In deze blog staan wij stil bij de vraag in hoeverre u de kosten van een procedure kan verhalen op uw tegenpartij.
De partij die door de rechter in het gelijk wordt gesteld kan een deel van zijn kosten recupereren. De verliezende partij dient deze kosten of de “rechtsplegingsvergoeding” te betalen.
De rechtsplegingsvergoeding werd in het leven geroepen door de overheid door de evolutie in de rechtspraak om de kosten van de in het gelijk gestelde partij bij de tegenpartij te leggen. De overheid koos ervoor om de kosten van een procedure te reguleren, zodat voor eenieder de toegang tot de rechter mogelijk zou blijven.
Wat is een rechtsplegingsvergoeding?
Een rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire vergoeding voor de erelonen en kosten van uw advocaat. De omvang van deze vergoeding is in principe afhankelijk van de grootte van de vordering.
De financiële inzet van het dossier is in principe het criterium. De meeste dossier hebben betrekking op een financiële vordering. Maar ook voor niet in geld waardeerbare vorderingen, bijvoorbeeld aanstelling van een deskundige in en verzekeringszaak, kan u als in het gelijk gestelde partij een rechtsplegingsvergoeding krijgen.
Deze bedragen worden vastgelegd in een koninklijk besluit. Er wordt steeds gewerkt met een basisrechtsplegingsvergoeding, een minimum en een maximum.
Vorig jaar in juni werden deze bedragen reeds geïndexeerd vanaf 1 april 2022. U krijgt als winnende partij een groter deel van uw kosten terug.
De tabel zoals ze sinds 1 april 2022 van toepassing is, ziet er uit als volgt:
Het is trouwens van belang er op te wijzen dat de rechtsplegingsvergoeding (of RPV) niet alle kosten zal dekken. Hierbij dient genuanceerd te worden dat een dossier met een lagere financiële inzet, niet noodzakelijk minder werk met zich brengt.
Mint advocaten zal u steeds correct informeren over de procedurekosten en het procesrisico.