Op 13 maart 2021 waren we 1 jaar later in het COVID-19 verhaal en namen we even de tijd om een balans op te maken over hoe de pandemie momenteel onze economie raakt.
Er wordt een vloedgolf van faillissementen verwacht. Niettegenstaande het moratorium op faillissementen begin januari werd opgeheven, blijft een golf van faillissementen uit.
Dit lijkt voornamelijk te wijten aan de afwachtende houding van de fiscus en de RSZ. Aan de andere kant komt ons dan weer ter ore dat bedrijven, in de meest getroffen sectoren (evenementen, horeca en reissector) door het wegvallen van de personeelskosten en de verhoogde subsidies zich behoorlijk goed uit de slag weten te trekken.
Als we een balans moeten maken op juridisch vlak van 1 jaar COVID 19 zou het ons te ver leiden om alle mogelijke maatregelen te gaan opsommen of te evalueren. Het staat buiten kijf dat de overheid er heel wat aan gedaan heeft om ondernemingen zo goed mogelijk bij te staan in een ongekend situatie.
Op dit moment zijn voornamelijk de sectoren die mensen op de been brengen nog steeds geviseerd. Dit zijn dan vooral de horeca, de evenementensector en de reissector. De relance na de pandemie zal waarschijnlijk ook bij hen het meest voelbaar zijn.
Op vandaag blijven onder meer volgende maatregelen nog steeds overeind:
- Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van COVID-19
- VLAIO handelshuurleningen, voor bedrijven die hun lening niet kunnen betalen
- Tegemoetkoming in de vorm van een percentage op de verloren omzet
Andere maatregelen werden dan weer opgeheven:
- Verbod op de uithuiszetting van huurders
- Moratorium op faillissementen
Een bloemlezing van de maatregelen vindt u terug op deze website.
Als algemeen besluit na één jaar COVID-19 kunnen we vaststellen dat bijzondere omstandigheden, bijzondere acties met zich meebrengen. Nood breekt wet is hier zeker van toepassing. Evenwel lijken sommige maatregelen die worden genomen om besmettingen te voorkomen erg ver te gaan.
Ter vergelijking: het is 75 jaar gelden dat een avondklok werd ingesteld door de Duitse bezetter. De vraag is, of een avondklok in verhouding is met het dreigende gevaar en of er geen minder ingrijpende maatregelen voor handen zijn/waren dan een avondklok. Of een avondklok effectief zal geweest in de strijd tegen het coronavirus zal de toekomst uit wijzen.
Dat wij Belgen een aantasting van een dergelijk fundamenteel recht zo makkelijk slikken stemt tot nadenken. Ook bij de advocatuur, traditioneel de voorvechters van de rechtstaat, blijft het terzake opmerkelijk stil.