Sedert februari 2020 is het covid-19-virus aanwezig in ons land en is thuis werken de regel geworden binnen vele bedrijven, toch bleef een wettelijk kader hieromtrent uit. De Nationale Arbeidsraad is hieraan tegemoet gekomen door op 26 januari 2021 een nieuwe CAO in het leven te roepen, namelijk CAO nr. 149 betreffende aanbevolen of verplicht telewerk omwille van de coronacrisis.
Wettelijk kader
In België bestaat er al een regeling omtrent het structureel en het occasioneel telewerk. Het structureel telewerk, met andere woorden telewerk op regelmatige basis, wordt geregeld door CAO nummer 85. Het occasioneel telewerk, dat slechts incidenteel plaatsvindt, omwille van bijvoorbeeld overmacht of een persoonlijke reden van de werknemer, wordt geregeld door de Wet werkbaar en wendbaar werk.
Nu bestaat er dus een derde, tijdelijk stelsel voor telewerkers, specifiek ten gevolge van de corona-crisis.
CAO nr. 149
Toepassingsgebied
Deze CAO is van toepassing op de werknemers en de werkgevers die ze tewerkstellen, in de private sector (niet: de publieke sector). Het gaat dus om bedrijven die telewerk organiseren omwille van het coronavirus, maar op 1 januari 2021 nog geen regels hadden vastgelegd inzake structureel of occasioneel telewerk.
De werkgevers die daarover wel een akkoord hebben gesloten, vallen niet onder de werkingssfeer van deze CAO, gezien zijn aanvullende (lees: niet verplichte) aard.
Deze CAO is gesloten voor een bepaalde duur en zal hoe dan ook, buiten werking treden op 31 december 2021.
Inhoudelijk
Het referentiekader dat CAO nr. 149 hanteert is dat telewerkers dezelfde rechten en plichten genieten inzake arbeidsvoorwaarden dan degene die worden toegepast wanneer zij op de bedrijfslocatie van de werkgever werken.
Voor elke telewerker moeten volgens deze collectieve (aanvullende) arbeidsovereenkomst, afspraken gemaakt worden over:
- de terbeschikkingstelling door de werkgever van de voor het telewerk benodigde apparatuur en technische ondersteuning;
- in geval van gebruik van de eigen apparatuur van de telewerker, de vergoeding of betaling door de werkgever van kosten inzake installatie van relevante informaticaprogramma’s, gebruiks-, werkings-, onderhouds- en afschrijvingskosten en de bijkomende verbindingskosten;
- de geldende arbeidsduur of eventueel uurrooster;
- de manier van controle op de resultaten en/of de uitvoering van het werk (conform met de regels van de GDPR en CAO nr. 81);
- de (on)bereikbaarheid van werknemers waarbij de middelen om de telewerkers te bereiken kunnen worden verduidelijkt.
Tot slot, moeten de telewerkers geïnformeerd worden over het beleid van de onderneming inzake welzijn (bv. psychosociale risico’s, gebruik van beeldschermen, enz.) op het werk specifiek uitgewerkt voor hen.