U bent bestuurder en aandeelhouder in een besloten vennootschap (hierna: BV). Een aandeelhouder wenst zijn aandelen te verkopen. U ziet het niet zitten om deze aandelen privé aan te kopen. U wil ook niet dat buitenstaanders aandeelhouder worden in uw onderneming. In dit geval kan het interessant zijn om als vennootschap de eigen aandelen in te kopen.
In het oude vennootschapsrecht was de maximumgrens 20%, bovendien was de vennootschap verplicht om de aandelen binnen de twee jaar te vernietigen of te verkopen.
Het nieuwe vennootschapsrecht heeft voorzien in toegenomen flexibiliteit. De maximumgrens is dus afgeschaft, dit neemt niet weg dat de inkoop eigen aandelen aan strenge regels onderworpen is.
Zo is dit niet mogelijk in elk type vennootschap. In een BV beschikt u wel over deze mogelijkheid en dit onder de volgende voorwaarden:
1. Voorafgaandelijk besluit van de algemene vergadering
Het bestuursorgaan dient een machtiging te verkrijgen van de algemene vergadering. De machtiging van de algemene vergadering kan pas geldig bekomen worden wanneer zij de beslissing met 75% heeft goedgekeurd.
2. Het bedrag is voor uitkering beschikbaar
De oefening moet gemaakt worden of het uit te betalen bedrag, wel voor uitkering vatbaar is.
Hiervoor dienen de twee testen uitgevoerd te worden. Wanneer zowel de netto-actieftest als de liquiditeitstest positief blijken te zijn, kan het bedrag uitgekeerd worden.
3. De verrichting heeft betrekking op volstorten aandelen
Het is vereist dat de aandelen effectief volstort zijn door de aandeelhouder.
4. Het aanbod tot verkrijging wordt gericht tot alle aandeelhouders
De aandeelhouders moeten per soort gelijk behandeld worden.
5. Onbeschikbare reserve aanhouden
De vennootschap is verplicht om een onbeschikbare reserve aan te houden.
Het naleven van de regels is zeer belangrijk wanneer dit niet het geval is, worden de ingekochte aandelen beschouwd als van rechtswege nietig.
6. Fiscale impact
Het mag vennootschapsrechtelijk dan wel eenvoudiger zijn geworden onder het nieuwe vennootschapsrecht, het fiscale luik blijft echter ingewikkelder.
Doorgaans zal de inkoop van eigen aandelen interessanter blijken voor de aandeelhouder dan de uitkering van een dividend. Strikt genomen zal dit leiden tot een meerwaarde op de aandelen. Bij een dividenduitkering zal er in elk geval roerende voorheffing verschuldigd zijn, waar dit bij de inkoop van eigen aandelen niet altijd het geval is.
Op vennootschapsrechtelijk vlak is de maximumgrens van 20% verdwenen, op fiscaal vlak is de 20% regel echter behouden. Dit heeft tot gevolg dat het gedeelte dat hoger ligt dan deze 20% en niet meteen vernietigd of overgedragen zou worden, als dividend zal belast worden. Door de kwalificatie als dividend is in dat geval ook roerende voorheffing ten bedrage van 30% verschuldigd.
Bovendien mag de antimisbruikbepaling niet vergeten worden.
De vennootschap moet jaarlijks in de gaten houden dat de realisatiewaarde niet zakt onder de aankoopprijs, in dat geval moet immers een waardevermindering worden aangelegd. Op deze waardevermindering moet roerende voorheffing betaald worden.
Hebt u hierover verdere vragen? Aarzel dan zeker niet om Mint Advocaten te contacteren, en wij helpen u graag verder.
Blijf steeds op de hoogte en volg onze updates via Facebook en LinkedIn. Of schrijf je in op onze nieuwsbrief.