Over schijnzelfstandigheid bestaan er veel vooroordelen en onduidelijkheden. In deze blog verduidelijken wij wat het is, wat de criteria zijn en de mogelijke gevolgen
Wat is het?
Schijnzelfstandigen zijn werknemers die werken onder het statuut van een zelfstandige maar die eigenlijk een werknemer zijn.
Het zijn met andere woorden zelfstandigen die niet werkelijk vrij zijn en normaal gezien in loondienst moeten werken.
Wat zijn de criteria?
Om van zelfstandigheid te kunnen spreken moet de zelfstandige dus vrij zijn om haar beroepsactiviteiten uit te oefenen en dit zonder de controle van een baas.
Dit is het grote verschil met een werknemer die moet luisteren naar de instructies van haar werkgever.
Deze zelfstandigheid situeert zich voornamelijk over:
- de arbeidstijd: vrijheid om te kiezen wanneer het werk te doen, hoeveel uren per dag u werkt, en het feit dat je zelf uw vakantie kan inplannen,…;
- arbeidsplaats: vrijheid om te kiezen waar je het werk uitoefent;
- functie: wanneer je wat doet en op welke manier je dit doet (uiteraard kunnen wel een aantal deadlines worden opgelegd en kunnen er een aantal richtlijnen worden meegegeven).
Daarnaast wordt er ook gekeken naar de exclusiviteit van de activiteiten (kan je nog voor anderen werken?) en de noodzaak aan investeringen (heb je eigen materiaal moeten aanschaffen?).
Het feit of u ook effectief zelf een inkomstenrisico loopt, speelt mee (heb je een vaste dagvergoeding?, draag je het risico van ziekte en vakantie?).
De RSZ zal aan de hand van bovenstaande criteria nagaan of u effectief een zelfstandige bent en er geen sprake is van schijnzelfstandigheid.
In sommige sectoren (waaronder bouw, bewaking, transport, vervoer,..) gelden er specifieke criteria die door de wet werden opgelegd:
a) gebrek aan financieel of economisch risico:
- geen persoonlijke en substantiële investering in de onderneming met eigen middelen, of,
- geen persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming, of,
- geen persoonlijke aansprakelijkheid, die geen betrekking heeft op bedrog, een zware fout of een lichte gewoonlijke fout, in voorkomend geval met name beoordeeld in functie van het bestek of van iedere andere verbintenis ten aanzien de gerealiseerde werken;
b) gebrek aan verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming, zoals dit onder meer het geval is inzake de uitgaven, ontvangsten, investeringen of aanwending van de al dan niet eigen middelen van de onderneming;
c) gebrek aan beslissingsmacht over het aankoop- en prijsbeleid van de onderneming of van vrijheid in het identificeren van mogelijke klanten, het onderhandelen of het afsluiten van contracten;
d) de garantie op betaling van een vaste vergoeding, ongeacht de bedrijfsresultaten of de omvang van de prestaties geleverd door diegene die de werkzaamheden uitvoert.
Voor de toepassing van dit criterium mag geen rekening gehouden worden met vaste voorschotten om materiaal en grondstoffen aan te kopen;
e) het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het overeengekomen werk personeel aan te werven of zich te laten vervangen;
f) het zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen of van zijn medecontractant, zoals met name het geval is wanneer geen gebruik wordt gemaakt van bepaalde zichtbare elementen die kenmerkend zijn voor de onderneming, zoals logo’s, belettering op voertuigen, uithangborden of publicitaire slogans;
g) werken hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één medecontractant;
h) werken in ruimtes die zich buiten de werf bevinden of met materiaal waarvan men geen eigenaar of huurder is, zoals met name het geval is wanneer gewerkt wordt in ruimtes die aangewend worden als opslag- of werkplaats, of met voertuigen, materieel of gereedschap waarvan de uitvoerder van de werken geen eigenaar is, die hij niet heeft geleased of die hem door de medecontractant werden ter beschikking gesteld;
i) niet onafhankelijk werken ten overstaan van de werkploegen van de medecontractant of van de onderneming waarin de uitvoerder van de werken de hoedanigheid van werkende vennoot heeft.
Indien uit analyse blijkt dat meer dan de helft van de criteria vervuld zijn, wordt er vermoed dat er sprake is van schijnzelfstandigheid.
Wat zijn de mogelijke gevolgen?
Schijnzelfstandigheid wordt aanzien als een vorm van sociale fraude waarop zware sancties staan.
Zo kan de RSZ beslissen dat er geen sprake is van een zelfstandige maar van een werknemer. Voor de opdrachtgever geeft dit een serieuze aderlating en zal hij de achterstallige werkgeversbijdragen en werknemersbijdragen moeten ophoesten. Bijkomend kunnen er ook boetes worden opgelegd.
Daarnaast zal hij ook achterstallig vakantiegeld, eindejaarspremie en loonindexeringen moeten betalen.
Deze herkwalificatie heeft niet alleen financiële gevolgen. Zo zal de opdrachtgever ook gehouden zijn aan opzegtermijnen en arbeidstijd en zal de arbeidsongevallenwet van toepassing zijn.
De gevolgen zijn dus aanzienlijker dan aanvankelijk gedacht.
Het is dan ook van belang u zoveel mogelijk te wapenen.
Een goede samenwerkingsovereenkomst waarbij de afspraken duidelijk worden vastgelegd, zal u al aanzienlijk vooruit helpen. In deze overeenkomst kunnen partijen opnemen dat het werkelijk hun wil is om als zelfstandige te werken, er geen hiërarchische controle is en de zelfstandige afdoende vrijheid heeft om zijn werk en werktijd te bepalen.