In het Vlaamse KMO landschap was er nood aan een betere bescherming tegen de soms onredelijke voorwaarden van de grotere spelers. Als KMO of micro onderneming mogen werken voor een grote prestigieuze speler is dikwijls een kwaliteitslabel in de ogen van andere ondernemingen. Aan de andere kant kan een dergelijke overeenkomst een vergiftigd geschenk zijn. De voorwaarden of overeenkomsten zijn niet zelden doorspekt met heel zware betalingstermijnen, bedingen waardoor de grote speler makkelijk wijzigingen kan opdringen of gewoonweg de afgesloten deal kan uitstellen of opzeggen zonder kosten. Voor een kleine onderneming kunnen dergelijke voorwaarden een fatale afloop kennen. De wetgever heeft, in navolging van de buurlanden, hieraan een halt willen stellen.
De wet van 4 april 2019 houdende wijziging van het Wetboek van Economisch Recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen is hier het gevolg van. De verkorte benaming van deze wet is de “B2B-wet”.
Deze wet bestaat uit een drieluik:
- de oneerlijke marktpraktijken,
- de regels inzake het verbod op misbruik economische afhankelijkheid,
- de onrechtmatige bedingen.
De regels inzake oneerlijke marktpraktijken en verbod op misbruik economische afhankelijkheid zijn reeds in werking getreden. Vanaf 1 december is dit ook geval voor de onrechtmatige bedingen. In deze bijdrage gaan we dieper in op deze onrechtmatige bedingen tussen ondernemers.
Op wie zijn de regels van toepassing?
Een aantal uitzonderingen niet te na gesproken (bijvoorbeeld de overheid en financiële diensten) vallen alle ondernemingen onder het toepassingsgebied van de wet.
Wat?
De regels zijn van toepassing op alle contractuele bedingen. Dit ongeacht het type of aard van de overeenkomst, denk maar aan een handelsagentuurovereenkomst, een dadingsovereenkomst, een verkoopsovereenkomst,… Eveneens speelt de aard van het voorwerp geen rol, zo zijn zowel diensten als goederen beschermd.
Vanaf wanneer?
Zoals eerder aangegeven treden deze regels in werking vanaf 1 december 2020. Zo zullen ze enkel van toepassing zijn op overeenkomsten die gesloten worden na die datum, overeenkomsten die hernieuwd worden na die datum en overeenkomsten die gewijzigd worden na die datum.
Onrechtmatige bedingen aan de hand van een zwarte en grijze lijst
Als principe vertrekt de wet vanuit een transparantievereiste. Schriftelijke clausules in ondernemingscontracten dienen duidelijk en begrijpelijk te zijn. Er wordt dienaangaande toegelicht dat rekening dient te worden gehouden met de omstandigheden inzake de sluiting van de overeenkomst, de andere bedingen van de overeenkomst, de gebruiken in de sector etc… Het is duidelijk dat een overeenkomst in bijvoorbeeld de vleessector andere klemtonen zal leggen, dan een overeenkomst in de handel van granen.
De onrechtmatige bedingen worden opgenomen in lijsten. Zo is er een zwarte lijst met bedingen die altijd verboden zijn. Daarnaast is er een grijze lijst waarbij er een vermoeden van onrechtmatigheid is.
Zwarte lijst: 4 categorieën bedingen die altijd verboden zijn (artikel VI.91/4 WER):
Deze lijst betreft voornamelijk bedingen die afwijken van de basisregels van het burgerlijk recht en die tot doel kunnen hebben misbruik te maken van de contractspartij. Door wettelijk te verankeren dat deze bedingen verboden zijn, zullen deze automatisch veel minder worden opgenomen in overeenkomsten.
1. Onherroepelijke verbintenis versus verbintenis onder potestatieve voorwaarde
Een beding waarbij de uitvoering van de prestaties uitsluitend afhankelijk is van de wil van de tegenpartij is verboden. Een voorbeeld hiervan is de clausule die bepaalt dat de leverancier de vooropgestelde leveringstermijn eenzijdig kan wijzigen.
2. Eenzijdige interpretatiebedingen
Het zal ook absoluut verboden zijn om een onderneming het eenzijdige recht te geven om een beding van de overeenkomst te interpreteren. Denk bijvoorbeeld maar aan een clausule waarin een ‘waarborg’ wordt geëist ingeval er een abnormaal hoog verbruik is, zonder dat wordt gedefinieerd wat onder abnormaal hoog verbruik valt.
3. Afstand van elk middel van verhaal
Clausules waar wordt gesteld dat er in geval van betwisting geen verhaal kan worden uitgeoefend tegen de andere partij zijn ook absoluut verboden. En voorbeeld hiervan is een clausule waarin door een contractspartij wordt bepaald dat het instellen van een vordering na een bepaalde termijn onontvankelijk zou zijn.
4. Onweerlegbare kennisname- of aanvaardingsbedingen
Hierbij denken we aan een bepaling waarbij wordt opgenomen dat u als ondernemer kennis heeft genomen van alle voorwaarden die van toepassing zijn, zonder dat u ooit effectief voorwaarden voorgeschoteld kreeg. Wanneer echter een (on)rechtmatig aanvaardingsbeding wordt opgenomen in de algemene voorwaarden, en u geen protest hebt geuit tegen deze algemene voorwaarden, dan wordt ervan uitgegaan dat u deze bedingen aanvaard hebt.